Hoe kun je als psychiater de patiënt begeleiden bij het afbouwen van medicatie?

Peter Groot publiceerde op 28 augustus 2015 op de site psychosenet.nl het artikel “Minder antipsychotica gebruiken, is dat verstandig?” *
Hij reageerde daarmee op een gebeurtenis die besproken werd tijdens een bijeenkomst van de VMDB (Vereniging voor Manisch Depressieven en Betrokkenen). Een vrouw had haar psychiater al een paar keer gevraagd om een lagere dosering van haar antipsychotica vanwege de bijwerkingen. De psychiater raadde dat af vanwege het risico van nieuwe psychoses.
=

Zowel de patiënt als de psychiater heeft een punt.
Peter Groot kwam in zijn artikel met een aantal mooie suggesties voor de taal die de psychiater goed zou kunnen gebruiken:
“Je wilt de dosis verlagen? Dat kan, maar weet wat de risico’s zijn. Doe het heel geleidelijk, dan kijken we samen hoe dat uitpakt. Wees voorbereid op wat er allemaal kan gebeuren. Dat kunnen mooie dingen zijn (minder bijwerkingen) maar ook minder mooie dingen (je kunt weer psychotisch worden).”
=

Als taalkrachtspecialist wil ik daar graag twee opmerkingen bij plaatsen.
=

1 – Rapport

Een verzoek van een patiënt om een lagere dosering van medicijnen is altijd een verzoek waarvoor hij of zij een goede reden heeft. En het maakt niets eens uit of het een ‘geldige’ reden is of niet… het is een uitingsvorm van weerstand die door elke hulpverlener gerespecteerd dient te worden voor een goed resultaat van de begeleiding. Is dat niet het allereerste wat een psychiater dient te aanvaarden en dient te weten? Nu ontbreekt er rapport en zo creëert de psychiater hier extra weerstand in plaats van weerstand te verminderen. Hoe kan de patiënt zich nog serieus genomen voelen? En zal deze patiënt die nieuwe weerstand tonen of verborgen houden?
Gevaarlijke resultaten van een gesprek zonder rapport, lijkt mij.
=

2 – Wat de psychiater nog meer zou kunnen zeggen
In mijn taalkrachttraining “Een mens beter laten worden dankzij suggestieve taal” bewijs ik dat elk woord van een psychiater telt. En laat ik zien hoe je als hulpverlener je taal zodanig kunt toepassen dat je tegelijkertijd twee doelen bereikt:
a – je zegt alles wat gezegd moet worden vanuit medisch standpunt
b – je zegt het op zo’n manier dat je tegelijkertijd de aandacht van de ander richt op de kracht van diens eigen kwaliteiten. Die kwaliteiten kunnen vervolgens een rol gaan spelen in het verkrijgen van een optimaal resultaat.
=

Laten we eens kijken welke de voornaamste woorden zijn in het mooie voorstel van Peter Groot:
dosis – verlagen – risico’s – heel – geleidelijk – samen – kijken – uitpakt – voorbereid – wat er allemaal kan gebeuren – mooie – dingen – bijwerkingen – psychotisch.
=

Daar borduur ik graag op voort.
Ik stel de volgende kernwoorden voor:
dosis – verlagen – eens – veiligst – heel – geleidelijk – langzaam – respectlichaam – prettig – fijne – voordelen – verwachtkrijgen – regelmatig – contact – samen – kijken – goed – proces – ontwikkelen.

De psychiater zou namelijk ook kunnen zeggen:
“Je wilt de dosis verlagen? (‘Ja’) En ben je het met eens dat het het veiligst is om de dosis dan heel geleidelijk te verlagen…. heel langzaam en met respect voor je lichaam? (‘Ja’) Jij hoopt dat zo’n verlaging heel prettig zal zijn… (‘Ja’) en ik hoop dat ook. Welke fijne voordelen verwacht jij te krijgen doordat we die dosis heel geleidelijk verlagen? (open vraag + ruimte voor antwoord van patiënt)… En laten we regelmatig contact houden om samen te kijken hoe goed dit proces zich zal ontwikkelen. (‘Ja’)

Via deze manier van spreken bouw je sowieso aan een prachtige yes-set ** ten bate van de patiënt: een groeiend gevoel van eigenwaarde en een optimale aanloop tot het stapje voor stapje verlagen van de medicinale dosering. De psychiater heeft nu alle medische risico’s genoemd zonder vermelding van de beladen woorden ‘risico’s’, ‘bijwerkingen’ en ‘psychotisch’.


Ontvang gratis hoofdstuk 1 van mijn taalkrachttraining
Wil je meer weten over mijn taalkrachttraining voor artsen, psychiaters en andere hulpverleners – voor jezelf of je bedrijf? Schrijf je dan in voor mijn nieuwsbrief en ontvang gratis hoofdstuk 1 van het digitale boek “Een mens beter laten worden dankzij suggestieve taal” (downloadbare pdf). Dan maak je kennis met een aantal van de 85 oefeningen en 540 voorbeelden uit deze training.
=
=

=

*: Peter Groot in “Minder antipsychotica gebruiken, is dat verstandig?”. Peter Groot is als ervaringsdeskundige en onderzoeker verbonden aan het User Research Centre van de vakgroep Psychiatrie en Psychologie in Maastricht.

** Een yes-set is een manier om iemand met ‘ja’ te laten reageren. Als een mens twee keer hardop ’ja’ zegt… of stilletjes denkt… dan heeft het brein van die persoon een natuurlijke neiging om een derde keer ‘ja’ te gaan zeggen of denken. En na drie keer ‘ja’ wordt die tendens nog sterker. Dat is aantoonbaar. Die groeiende neiging om ‘ja’ te zeggen kan een gevoel van ‘nee willen zeggen’ overstemmen en de persoon in kwestie is zich daar niet van bewust.
De yes-set-techniek wordt veel toegepast in reclame en wervende teksten. Het is een legale manier om ook jouw brein te beïnvloeden en te besturen. En zoals gezegd, het is een proces uit het Onbewuste gebied van ons bestaan, een mechanisme dat ook jij bij een ander kunt aanzetten zonder dat hij of zij dat doorheeft. (uit: “Een mens beter laten worden dankzij suggestieve taal” van Tura Gerards)

Wanneer hanteer je als arts suggestieve taal?

Wat moet je als arts met suggestieve taal?
Je moet toch je patiënten duidelijkheid geven?

Stel het lichaam van je patiënt is onderzocht op de aanwezigheid van kanker. Er is een punctie verricht en de patiënt zit voor je met de prangende vraag: is het kanker? Kwaadaardig of goedaardig? Ingekapseld of uitgezaaid? Moet je als arts — ‘om de patiënt via suggestieve taal naar het hoopvolle licht te brengen’ — bijvoorbeeld het woord ‘kanker’ op dat moment zien te vermijden ?

Nee, natuurlijk niet! Je dient duidelijkheid te verschaffen.

=

Jouw medische taal is heldere taal

Jij bent de expert en je zult dus nooit bang zijn om de dingen bij hun naam te noemen die jij als vakkundige hanteert. Maar als je die betreffende term een of twee keer genoemd hebt, hoef je die natuurlijk niet te blijven herhalen. Dan kun je al meteen beginnen met bemoedigende opmerkingen die het (geloof in) herstel bevorderen.

Op medisch gebied gebruik je als arts heldere taal, dus niet vaag. Ook met een taalkrachttraining op zak blijf je op medisch vakgebied spreken zoals je dat altijd al hebt gedaan.

Er is echter één gebied waar je patiënt altijd meer weet dan jij: dat is diens eigen beleving. De patiënt begrijpt de ziekte of kwaal op een geheel eigen manier.

=

Jouw coachende taal is vage taal

Wat weet jij als arts van de toekomst zoals de patiënt die voor zichzelf ziet na diagnose of behandeling? Hoe denk je dat die visie van invloed zal zijn op diens totale genezingsproces? En wordt dat toekomstbeeld van de patiënt niet bepaald door diens overtuigingen en persoonlijke ervaringen uit het verleden? Zijn die overtuigingen meestal niet zeer hardnekkig? En is het mogelijk dat hardnekkige overtuigingen soms totaal veranderen en radicale omwentelingen veroorzaken in een mensenleven?

Heb je ooit meegemaakt dat je medische kennis en vaardigheden niet voldoende bleken om een patiënt op te beuren of te laten geloven in een goede afloop? Of dat een patiënt je vaardigheid of betrokkenheid in twijfel trok? Ook dat zijn situaties waarin je specifieke artsentaak er voor even op zit en je terechtkomt op het terrein van coachen en dus suggestieve taal kunt gebruiken. En wat doe je als je patiënt dichtklapt, of de een of andere weerstand vertoont?

Op coachend gebied betekent suggestieve taal: vaag en veelomvattend, vrijheid en ruimte schenkend, mogelijkheden biedend. In rapport. En meestal is deze taal eenvoudig en vindingrijk.

=

Voorbeeld – Bij de arts | Mooie uitnodiging

‘Ik weet niet wat u vindt van de dingen die ik zojuist gezegd heb.
Kunt mij iets vertellen over wat u nu voelt en ervaart?’

=

Heldere medische taal en vage coachende taal, samen in één pakket

Het medische deel van je artsenopdracht vraagt om een houding en taal die uitstraalt: ‘Ik weet het.’ En het niet-medische deel van je taak als arts, het coachen, vraagt om een houding en taal die uitstraalt: ‘Ik weet het niet. Wat weet u?’

=

Probleemgerichte versus oplossingsgerichte hulpverlening

Je kunt ook zeggen dat je als arts een beroep hebt dat zowel probleemgerichte hulpverlening als oplossingsgerichte hulpverlening verzorgt.

Probleemgericht werk je door de vraag te stellen: ‘Welke fysieke kwestie speelt er in het lichaam van deze patiënt?’ Waarbij je ook de invloed van psychische factoren overweegt.

Oplossingsgericht werk je wanneer je de taak krijgt om de patiënt te laten begrijpen wat er aan de hand is met zijn of haar gezondheid. En wat de vervolgstappen zullen zijn. Om gerust te stellen. Om duidelijk te maken hoe medicijnen toegepast moeten worden en voor hoe lang. Om te bemoedigen. Je bent een belangrijke richtingwijzer voor de toekomst van de patiënt en toont hoe het verdere leven positief beïnvloed kan worden door allerlei aanwezige factoren. Je oplossingsgerichte taak is de patiënt daadwerkelijk te laten bewegen in de richting van het licht aan het eind van een tunnel.

Oplossingsgericht werken betekent ook dat jij de patiënt zélf goede mogelijkheden laat ontdekken die heel dicht bij diens eigen interpretatie liggen en passen bij diens opvattingen. Op die manier vindt de patiënt zelf kansen voor het veranderen en verbeteren van gezondheid en gedrag. Zo ook kan de patiënt opstaan en boven zichzelf uit rijzen… zich vroeg of laat verbazend over de eigen kracht, en het wonderlijke verschijnen van gezonde inzichten, veranderend gedrag en nieuwe initiatieven.

 

=
=

Cover voorkant BOEK 1 TKT site klein Deze tekst is afkomstig uit de taalkrachttraining: “Een mens beter laten worden dankzij suggestieve taal” van Tura Gerards. Wil je meer weten over deze training voor jezelf of je bedrijf, schrijf je dan in voor mijn nieuwsbrief en ontvang gratis hoofdstuk 1 en 2 (downloadbare pdf)

=
=