Herken jij de suggestieve taal in het intro van deze video?

Hallo!

https://www.youtube.com/watch?v=4D1wxuF_6HY

In de bovenstaande video richt ik me op jongeren van 12 tot 18 jaar die depressief zijn.
Omdat depressieve mensen snel afweren en de ingangen tot geraakt worden afsluiten, val ik in deze video meteen met de deur in huis met een aantal suggestieve-taal-constructies.

Welke vormen van suggestieve taal herken je in de eerste 57 seconden van deze video?

Scroll naar beneden voor de antwoorden!



 

 

 

 

 





CONSTRUCTIE 1: EEN YES-SET
De video begint met het bouwen van een yes-set . Een yes-set is de naam van een bijzonder automatisme in ons brein: als je iemand twee keer achter elkaar JA laat zeggen of JA laat denken, dan heeft diens brein uit zichzelf, los van diens bewuste denken, de neiging om nog meer JA te denken of JA te zeggen.

“Jij kijkt naar deze video” brengt indeze video de eerste JA.
“Jij kijkt naar deze video” is een feit dat niet ontkend kan worden. Degene die de woorden hoort, kijkt waarschijnlijk tegelijkertijd naar de video. En zelfs als het niet zo is, levert deze uitspraak geen weerstand op.

“…en ik neem aan dat je tussen de 12 en 18 jaar oud bent” brengt de tweede JA.
Mijn aanname kan niet ontkend worden: ik neem het aan! (En wat jij doet mag je zelf weten.) En dan: zelfs al ben je 33 of 47 jaar, op grond van de titel van deze video (“Ben je 12-18 jaar en depressief?”), mag ik gerust aannemen dat inderdaad tussen de 12 en 18 jaar oud bent.

“… (Ik neem aan) dat je op school zit” zal meestal ook met JA beantwoord worden. Ik neem ook dat aan.

“In ieder geval weet ik niet wie jij bent” brengt ook een JA, want ook dat kan niet ontkend worden. Ik weet dat inderdaad niet. Ook hier wordt elke weerstand bij de kijker vakkundig voorkomen. En de kijker wordt wel tussen neus en lippen door uitgedacht om die uiterst belangrijke levensvraag in te nemen: “Wie ben ik?”

“… en (weet ik niet ) wat er met jou gebeurd is” kan om dezelfde reden niet ontkend worden. Zonder weerstand op te wekken laat ik de kijker denken aan wat er gebeurd is. Zelfs als de kijker zich het niet bewust herinnert, kan er iets in diens Onbewuste iets geraakt worden. En de kans, dat het geraakte te maken zal hebben met depressie, is groot.


CONSTRUCTIE 2: EEN MISSCHIEN-REEKS
De video wordt na de opbouw van de yes-set vervolgd met een misschien-reeks.
Vier keer valt het woord ‘misschien’.

Met het woord ‘misschien’ geef je de ander ideeën, en tegelijkertijd geef je de ander de vrijheid om alles af te wijzen. Dus ook in deze suggestieve-taal-constructie geen weerstand veroorzakende uitspraken. Bovendien prikkelt de misschien-reeks de kijker om zelf in te vullen wat werkelijk aandacht verdient.

In deze video vergat ik te zeggen: “Maar misschien heb je niets meegemaakt dat voor jou verklaart waarom je depressief bent.” Dat had de vrijheidsruimte optimaal gemaakt.


CONSTRUCTIE 3: CLIFFHANGER
Op ± 52 seconden daag ik de kijker uit om te blijven kijken en luisteren met “Ik ga straks verder op wat je kunt doen om eruit (uit depressie) te komen…”

Nota bene: “Ik ga straks verder op… ” is een foutieve grammaticale constructie. Ik had moeten zeggen “Ik ga straks verder met…”. Deze fout kan het Bewuste van de kijker even verwarren en geeft daardoor diens Onbewuste extra kansen om te reageren op het gehoorde: “wat je kunt doen om eruit (uit depressie)” te komen…”

 


Vond je dit voorbeeld van suggestieve-taal-gebruik leuk, dan lees ik dat graag.
Heb je een vraag of een opmerking, ook dat is fijn!
Plaats het hieronder!

Met vriendelijke groet,
Tura Gerards
auteur van “Een mens beter laten worden dankzij suggestieve taal”

Wat je beslist moet weten over de beroemde 7%-38%-55%-regel van Albert Mehrabian

In mijn taalkrachttraining staat centraal: ELK WOORD TELT.

Regelmatig komt er iemand op me af die stellig beweert: Woorden zijn helemaal niet zo belangrijk; je lichaamshouding en intonatie zijn veel belangrijker!

En dan weet ik meteen dat deze persoon het inzicht van de psycholoog Albert Mehrabian kent: de beroemde 7%-38%-55%-regel.

En dat die persoon niet begrepen heeft wanneer die regel geldt.
=
=

Ja, Mehrabians inzicht is prachtig en waar: je lichaamshouding en intonatie zijn super belangrijk!

Dus daar sta ik dan met mijn beweringen dat elk woord telt.
Dan lijken mijn beweringen vreemd.

Terwijl het zo belangrijk is om alle betekenissen te beseffen van elk woord dat je uitspreekt!
Terwijl het zo belangrijk is om in te schatten welke betekenissen andere mensen aan jouw woorden kunnen geven, en welke associaties zij daarbij kunnen beleven!

Je kunt met één woord een goed gesprek finaal de nek omdraaien.
Je kunt met één woord de sfeer in een kennismaking laten kantelen en de ander doen afhaken en vertrekken.
En je kunt met een paar woorden een moeizaam gesprek weer op gang krijgen.

Hoe kan Mehrabian dan gelijk hebben en tegelijkertijd “ELK WOORD TELT” waar zijn?
=

WANNEER GELDT DE 7%-38%-55%-REGEL VAN MEHRABIAN?
Veel mensen die de 7%-38%-55%-regel van Mehrabian kennen, lijken te zijn vergeten dat die regel pas geldt als er in de emotionele communicatie tussen mensen iets fout gaat.

Dus wanneer er emoties meespelen en de uitgesproken woorden niet lijken te passen bij de lichaamshouding van de spreker en diens intonatie.

Stel:
meneer A zegt iets tegen mevrouw B én… mevrouw B voelt dat er iets niet klopt.
Er rijzen bij B
vraagtekens over wat er door A beweerd wordt.

Mevrouw B voelt dat er iets geks gebeurt, maar ze weet niet meteen wat.
Dan gaat er in haar een alarmsignaal af en wordt er gezocht naar wat wel en wat niet waar is, naar wat wél klopt en wat niet.
En dan geldt pas die 7%-38%-55%-regel!

Die regel van Mehrabian komt pas in beeld als er iets vreemds lijkt te plakken aan de uitgedragen boodschap van meneer A.
Dan checkt mevrouw B alles: diens houding, diens intonatie en diens woorden.

En de conclusies die mevrouw B dan uiteindelijk trekt, zijn voor 55% gebouwd op de lichaamshouding van meneer A, voor 38% gebouwd op diens intonatie en voor slechts 7% op diens woorden.
=

EMOTIES
In vrijwel elke communicatie spelen vroeg of laat emoties mee. We willen ons goed voelen, veilig, gerespecteerd (gezien en gehoord). We willen het liefst communiceren over wat belangrijk is voor ons. En bovenal: emoties laten ons keuzes maken.

Daarom is het in elke vorm van communicatie – mondeling of schriftelijk – des te belangrijker dat elk woord dat je gebruikt klopt! Zowel voor jou als voor de ander! Elk woord telt. Vanaf de eerste seconde van elk contact.

En in elk contact is je lichaamshouding van groot belang, nog vóór je iets gezegd hebt en zowel intonatie als woorden een rol gaan spelen. Dat is mooi. En je lichaamshouding wordt mede bepaald door je gedachten, overtuigingen, stemmingen en emoties.


GEKKE VRAAG
Iemand vroeg mij ooit: “Hoe kun je je lichaamshouding optimaal laten kloppen?”
Dat was een gekke vraag.

Maar wel een goede ingang voor mijn antwoord:
het beste is om je voorstellen hoe degene die voor je staat ooit een pasgeboren baby was!
Een baby die werkelijk een lange reis heeft afgelegd tot aan dit moment dat jij hem of haar ontmoet.

En wat een reis was dat!
Een reis waarvoor jij alleen maar respect kunt hebben.
Net als jouw eigen reis ging de reis van die ander langs bergen en dalen, langs afgronden, langs vallen en opstaan, langs woede en verdriet, langs pijn en eenzaamheid.

En zie vervolgens in die mens voor je neus diens veerkracht.
Zie diens uithoudingsvermogen.
Diens vindingsrijkheid.
Zie de liefde achter alles.

Als je dat doet, zal je lichaamshouding optimaal kloppen, nog voor je een woord geuit hebt.
En dan telt elk woord.
=

Met vriendelijke groet,
Tura Gerards

=
=
– – – – – – – – – – –

In een  taalkrachttraining leer je bijzondere gesprekstactieken en hoe je suggestieve taaltechnieken kunt gebruiken voor het welzijn van andere mensen en van jezelf.

Abonneer je op mijn nieuwsbrief en ontvang gratis een downloadbare pdf van de eerste twee hoofdstukken van “Een mens beter laten worden dankzij suggestieve taal – Boek 1: Basisprincipes van respectvolle gesprekstactieken en taaltechnieken”.

 

Gesprekstactiek: “Ga altijd mee met de weerstand van de ander”

In 2009 overleed in het Spaarne ziekenhuis een patiënt van uroloog Arjen Noordzij na een kijkoperatie. De zus van de overledene meende dat er medische missers waren begaan. Diverse besprekingen konden de vrouw niet overtuigen dat er hooguit sprake was van ‘normale medische risico’s’. Haar klachten, over de zorg en daarna over het overleg, leidden uiteindelijk tot een tuchtrechtszaak. Pijnlijk voor iedere betrokkene.

Noordzij won de rechtszaak op medisch-juridische gronden en zag in welke fout hij had gemaakt: in de nabesprekingen had hij zich voornamelijk beziggehouden met het medisch weerleggen van alle punten van de zus van de overledene. Hij had haar emoties niet werkelijk – in elk geval niet voldoende – gehoord.

Je leest hier een blog van taalkrachttraining.nl .
Welke ‘fouten’ maakte Noordzij tijdens de nabespreking?
Ik was er natuurlijk niet bij, maar uit het onderstaande filmpje worden twee dingen duidelijk:

  1. ER WAS GEEN RAPPORT
    Er wordt al inhoudelijk aan de kwestie gewerkt terwijl er geen rapport is: geen wederzijds begrip, geen wederzijds vertrouwen.
    Het verdriet, de woede en de onmacht van de vrouw is niet voldoende gehoord en erkend. Er was niet voldoende empathie van de kant van Noordzij.
    =
  2. DE WEERSTAND WORDT NIET ONTLADEN EN DAARNA ZELFS VERGROOT
    Het centrale standpunt van psychiater Milton H. Erickson (1901-1980) over de omgang met patiënten en hun kwalen was: ga altijd mee met de weerstand van de ander. Zelfs als jij als arts weet dat de ander het fout heeft, dan nog ga je eerst in diens visie mee. * In zijn eigen woorden:
    ‘Vecht nooit met welk gedrag ook waarmee de patiënt je kantoor binnenkomt. Wijs nooit gedrag af en spreek het nooit tegen. In plaats daarvan: kijk ernaar, onderzoek het, vraag je af hoe je het zou kunnen gebruiken en bedenk dan een specifieke wijze van aanpak.’
    =

    En geldt Ericksons visie niet voor de omgang met eenieder die een probleem ervaart?
    Is strijden met mensen die in een emotionele staat verkeren niet de beste manier om hun emoties te vergroten?
    De veronderstelling dat je een geëmotioneerd persoon met reële en waarheidsgetrouwe argumenten kunt overtuigen van de waarheid van jouw standpunt, is een illusie.

 

‘Ik schoot te veel in de verdediging’

 

Met taalkrachttraining word je je bewust van het nut van gesprekstactieken. En je leert bijzondere suggestieve taaltechnieken waardoor je in zulke vervelende situaties veel aangename mogelijkheden kunt ontdekken en gebruiken.

Abonneer je op mijn nieuwsbrief en ontvang gratis  een downloadbare pdf van de eerste twee hoofdstukken van “Een mens beter laten worden dankzij suggestieve taal – Boek 1: Basisprincipes van respectvolle gesprekstactieken en taaltechnieken”.
=
=

* Uit: “EEN MENS BETER LATEN WORDEN DANKZIJ SUGGESTIEVE TAAL – Boek 1 – Basisprincipes van respectvolle gesprekstactieken en taaltechnieken) van Tura Gerards
=
=

Hoe kun je iemand de sterke neiging geven om toe te stemmen?

Een van de interessantste aspecten van taalkracht is de YES-SET. Verkopers en reclame-mensen weten dat alle decennia lang en ze maken er grif gebruik van. Het gevaar daarin is: de consument heeft dat niet door. Een yes-set is het gevolg van een mechanisme in ons brein waarvan we ons niet bewust zijn.

Als arts, psychiater, psycholoog, coach en docent kun jij eveneens gebruikmaken van yes-sets.
Dan hoop ik uiteraard wel dat jij ervoor zorgt dat dat taalkrachtmiddel dan ook werkelijk voordelig is voor de ander.
En dat jouw patiënt, cliënt, coachee en leerling daardoor gemakkelijker diens grootste wens ziet uitkomen.

Want zoals gezegd: de yes-set is een gevaarlijk, hypnotisch fenomeen.
Je vergroot de kans dat mensen automatisch een stelling van jou beamen of een vraag van jou met ‘ja’ beantwoorden.
=

HOE KAN DAT?
Hoe komt het dat een yes-set ons iets laat doen zonder dat we doorhebben dat we bestuurd worden?
Dat komt door de manier waarop ons brein werkt.

Als wij ons denken een paar keer achter elkaar prikkelen met iets dat we kunnen beamen, dan krijgt ons brein – zonder dat wij dat voelen – de neiging om tegen de volgende prikkel ook ‘ja’ te zeggen, zelfs al zou een nee-antwoord beter zijn. Het is een mechanisme, mede op basis van de natuurlijke eigenschap van het zenuwstelsel om signalen te herhalen.
=

VOORBEELD
Psychiater Milton Erickson (1901-1980) stelde:
“Je kunt het verleden niet meer veranderen. Inzicht in het verleden kan leerzaam zijn. Maar ja, je leeft vandaag. En iedere dag verandert je leven.”

Als je goed gaat kijken, dan zie je dat Erickson hier een YES-SET creëert.
Met die vier kleine zinnetjes laat hij je vier keer ‘JA’ denken.
Anders gezegd: je kunt niet ontkennen dat er waarheid schuilt in elk van de vier zinnen.
Erickson bouwt het zodanig op dat je na drie keer beamen ook tegen de vierde zin – bijna automatisch – ‘ja’ gaat zeggen.
En dat is nou precies waar de kracht van een yes-set op gericht is!
Erickson wil zijn patiënt laten denken dat iedere dag van diens leven nieuwe kansen biedt voor verandering (en dus mogelijk ook verbetering) en hij bereidt dat voor door eerst drie gemakkelijke zinnetjes uit te spreken waarop die patiënt niets anders kan doen dan ‘ja’ denken.
=

CONCLUSIE
Gebruik de yes-set dus alleen maar ten behoeve van de algehele gezondheid van degene die hulp bij je zoekt!
Ik smeek je: pas dat krachtig suggestieve taalmiddel slechts toe om die ander diens eigen gekozen doel te laten bereiken.
Dan zal een yes-set een helende wondertruc blijken te zijn!
En jouw patiënt, cliënt, coachee en leerling zal blij met je zijn en je echt goed vinden!
Ook al weten ze niet hoe je dat voor elkaar hebt gekregen.
=

EEN-NA-LAATSTE VRAAG
Heb jij zelf last van chronische kwalen, pijn of ander ongemak?
Hoe weet jij of jij jezelf niet voortdurend met yes-sets voedt via je denken en de uitspraken die je regelmatig herhaalt?
En zo die chronische kwalen, pijn en ongemak beaamt, zelfs als je denkt bezig te zijn met het oplossen ervan?

+
=
EN DE LAATSTE VRAAG
Wil je hier in getraind worden?
Of wil je jouw personeel hierin trainen?
Neem dan contact met me op.


=
=

Literatuur:
Erickson, Milton H. & Zeig, Jeffrey K. Onbewust leren. Amsterdam: uitgeverij Karnak, derde druk 2005.

 

Topsport vraagt om topdenken en toptaal

Max Verstappen en Tom Dumoulin. Twee mooie topsporters. Twee vriendelijke jongens zonder capsones. Beiden onder grote druk van de verwachtingen van de buitenwereld. Grootse talenten in hun vak. Met een klein verschil. Maar wel een verschil dat enorm verschil maakt op het eind. Een verschil dat spieren en uithoudingsvermogen stuurt. Je kunt het horen in de taal die ze spreken.

17 mei 2016

En ik maak me zorgen om Tom Dumoulin.
Al eerder viel het me op dat hij zichzelf beelden schenkt die zijn goede benen en opmars dwarsbomen. En hij denkt dat de oorzaken ervan van buiten hem komen (wat gedeeltelijk ook waar zal zijn). Zijn eigen invloed bemerkt hij echter niet. Mijn hemel, is er niemand die hem daarin begeleidt?

In het onderstaande interview herinnert de reporter hem aan zijn zitvlakblessuure en aan een uitspraak die hij aan het begin van het seizoen deed: “…ik kijk in de Giro d’Italia hoe lang het goed gaat… het doel zijn de twee tijdritten en als het klassement niet loopt, dan ga ik me misschien op een of twee ritten focussen…”

Op 2.54 minuut zegt Tom Dumoulin:
“de klassementen… dat heb ik eigenlijk gisteren al uit mijn hoofd gezet… en het was leuk om vandaag als het goed weer was en ik had echt goede benen gehad… om te proberen die roze trui nog terug te pakken… maar dan wist ik ook… dan ga ik toch weer verliezen ergens … en dan kan ik hem beter echt verliezen en dat ik echt ver op achterstand sta … en dan… hopelijk nog wat dagen uitkiezen… dus ja dat was eigenlijk het plan… dus dat gaat onveranderd zijn… ik ga ergens de komende weken tijd verliezen om mijn ontsnappingen te kunnen gooien.”

Dit is een bijna bloeiende bloem verkeerde mest geven.
Tom Dumoulin denkt na over verliezen. Hij heeft – wellicht zonder dat hij het merkt – beelden over achterstand, slechte benen en tegenslag (het weer bijvoorbeeld). Daar wordt een blessure niet beter van.

Dit soort richting gevende uitspraken zul je nooit horen uit de mond van Max Verstappen.

Tom, kom met me praten!
Of volg mijn training “Een mens beter laten worden dankzij suggestieve taal”.

http://www.telegraaf.nl/telesport/wielersport/25798456/__Dumoulin_zet_klassement_uit_hoofd__.html

Hoe kun je als psychiater de patiënt begeleiden bij het afbouwen van medicatie?

Peter Groot publiceerde op 28 augustus 2015 op de site psychosenet.nl het artikel “Minder antipsychotica gebruiken, is dat verstandig?” *
Hij reageerde daarmee op een gebeurtenis die besproken werd tijdens een bijeenkomst van de VMDB (Vereniging voor Manisch Depressieven en Betrokkenen). Een vrouw had haar psychiater al een paar keer gevraagd om een lagere dosering van haar antipsychotica vanwege de bijwerkingen. De psychiater raadde dat af vanwege het risico van nieuwe psychoses.
=

Zowel de patiënt als de psychiater heeft een punt.
Peter Groot kwam in zijn artikel met een aantal mooie suggesties voor de taal die de psychiater goed zou kunnen gebruiken:
“Je wilt de dosis verlagen? Dat kan, maar weet wat de risico’s zijn. Doe het heel geleidelijk, dan kijken we samen hoe dat uitpakt. Wees voorbereid op wat er allemaal kan gebeuren. Dat kunnen mooie dingen zijn (minder bijwerkingen) maar ook minder mooie dingen (je kunt weer psychotisch worden).”
=

Als taalkrachtspecialist wil ik daar graag twee opmerkingen bij plaatsen.
=

1 – Rapport

Een verzoek van een patiënt om een lagere dosering van medicijnen is altijd een verzoek waarvoor hij of zij een goede reden heeft. En het maakt niets eens uit of het een ‘geldige’ reden is of niet… het is een uitingsvorm van weerstand die door elke hulpverlener gerespecteerd dient te worden voor een goed resultaat van de begeleiding. Is dat niet het allereerste wat een psychiater dient te aanvaarden en dient te weten? Nu ontbreekt er rapport en zo creëert de psychiater hier extra weerstand in plaats van weerstand te verminderen. Hoe kan de patiënt zich nog serieus genomen voelen? En zal deze patiënt die nieuwe weerstand tonen of verborgen houden?
Gevaarlijke resultaten van een gesprek zonder rapport, lijkt mij.
=

2 – Wat de psychiater nog meer zou kunnen zeggen
In mijn taalkrachttraining “Een mens beter laten worden dankzij suggestieve taal” bewijs ik dat elk woord van een psychiater telt. En laat ik zien hoe je als hulpverlener je taal zodanig kunt toepassen dat je tegelijkertijd twee doelen bereikt:
a – je zegt alles wat gezegd moet worden vanuit medisch standpunt
b – je zegt het op zo’n manier dat je tegelijkertijd de aandacht van de ander richt op de kracht van diens eigen kwaliteiten. Die kwaliteiten kunnen vervolgens een rol gaan spelen in het verkrijgen van een optimaal resultaat.
=

Laten we eens kijken welke de voornaamste woorden zijn in het mooie voorstel van Peter Groot:
dosis – verlagen – risico’s – heel – geleidelijk – samen – kijken – uitpakt – voorbereid – wat er allemaal kan gebeuren – mooie – dingen – bijwerkingen – psychotisch.
=

Daar borduur ik graag op voort.
Ik stel de volgende kernwoorden voor:
dosis – verlagen – eens – veiligst – heel – geleidelijk – langzaam – respectlichaam – prettig – fijne – voordelen – verwachtkrijgen – regelmatig – contact – samen – kijken – goed – proces – ontwikkelen.

De psychiater zou namelijk ook kunnen zeggen:
“Je wilt de dosis verlagen? (‘Ja’) En ben je het met eens dat het het veiligst is om de dosis dan heel geleidelijk te verlagen…. heel langzaam en met respect voor je lichaam? (‘Ja’) Jij hoopt dat zo’n verlaging heel prettig zal zijn… (‘Ja’) en ik hoop dat ook. Welke fijne voordelen verwacht jij te krijgen doordat we die dosis heel geleidelijk verlagen? (open vraag + ruimte voor antwoord van patiënt)… En laten we regelmatig contact houden om samen te kijken hoe goed dit proces zich zal ontwikkelen. (‘Ja’)

Via deze manier van spreken bouw je sowieso aan een prachtige yes-set ** ten bate van de patiënt: een groeiend gevoel van eigenwaarde en een optimale aanloop tot het stapje voor stapje verlagen van de medicinale dosering. De psychiater heeft nu alle medische risico’s genoemd zonder vermelding van de beladen woorden ‘risico’s’, ‘bijwerkingen’ en ‘psychotisch’.


Ontvang gratis hoofdstuk 1 van mijn taalkrachttraining
Wil je meer weten over mijn taalkrachttraining voor artsen, psychiaters en andere hulpverleners – voor jezelf of je bedrijf? Schrijf je dan in voor mijn nieuwsbrief en ontvang gratis hoofdstuk 1 van het digitale boek “Een mens beter laten worden dankzij suggestieve taal” (downloadbare pdf). Dan maak je kennis met een aantal van de 85 oefeningen en 540 voorbeelden uit deze training.
=
=

=

*: Peter Groot in “Minder antipsychotica gebruiken, is dat verstandig?”. Peter Groot is als ervaringsdeskundige en onderzoeker verbonden aan het User Research Centre van de vakgroep Psychiatrie en Psychologie in Maastricht.

** Een yes-set is een manier om iemand met ‘ja’ te laten reageren. Als een mens twee keer hardop ’ja’ zegt… of stilletjes denkt… dan heeft het brein van die persoon een natuurlijke neiging om een derde keer ‘ja’ te gaan zeggen of denken. En na drie keer ‘ja’ wordt die tendens nog sterker. Dat is aantoonbaar. Die groeiende neiging om ‘ja’ te zeggen kan een gevoel van ‘nee willen zeggen’ overstemmen en de persoon in kwestie is zich daar niet van bewust.
De yes-set-techniek wordt veel toegepast in reclame en wervende teksten. Het is een legale manier om ook jouw brein te beïnvloeden en te besturen. En zoals gezegd, het is een proces uit het Onbewuste gebied van ons bestaan, een mechanisme dat ook jij bij een ander kunt aanzetten zonder dat hij of zij dat doorheeft. (uit: “Een mens beter laten worden dankzij suggestieve taal” van Tura Gerards)

Wanneer hanteer je als arts suggestieve taal?

Wat moet je als arts met suggestieve taal?
Je moet toch je patiënten duidelijkheid geven?

Stel het lichaam van je patiënt is onderzocht op de aanwezigheid van kanker. Er is een punctie verricht en de patiënt zit voor je met de prangende vraag: is het kanker? Kwaadaardig of goedaardig? Ingekapseld of uitgezaaid? Moet je als arts — ‘om de patiënt via suggestieve taal naar het hoopvolle licht te brengen’ — bijvoorbeeld het woord ‘kanker’ op dat moment zien te vermijden ?

Nee, natuurlijk niet! Je dient duidelijkheid te verschaffen.

=

Jouw medische taal is heldere taal

Jij bent de expert en je zult dus nooit bang zijn om de dingen bij hun naam te noemen die jij als vakkundige hanteert. Maar als je die betreffende term een of twee keer genoemd hebt, hoef je die natuurlijk niet te blijven herhalen. Dan kun je al meteen beginnen met bemoedigende opmerkingen die het (geloof in) herstel bevorderen.

Op medisch gebied gebruik je als arts heldere taal, dus niet vaag. Ook met een taalkrachttraining op zak blijf je op medisch vakgebied spreken zoals je dat altijd al hebt gedaan.

Er is echter één gebied waar je patiënt altijd meer weet dan jij: dat is diens eigen beleving. De patiënt begrijpt de ziekte of kwaal op een geheel eigen manier.

=

Jouw coachende taal is vage taal

Wat weet jij als arts van de toekomst zoals de patiënt die voor zichzelf ziet na diagnose of behandeling? Hoe denk je dat die visie van invloed zal zijn op diens totale genezingsproces? En wordt dat toekomstbeeld van de patiënt niet bepaald door diens overtuigingen en persoonlijke ervaringen uit het verleden? Zijn die overtuigingen meestal niet zeer hardnekkig? En is het mogelijk dat hardnekkige overtuigingen soms totaal veranderen en radicale omwentelingen veroorzaken in een mensenleven?

Heb je ooit meegemaakt dat je medische kennis en vaardigheden niet voldoende bleken om een patiënt op te beuren of te laten geloven in een goede afloop? Of dat een patiënt je vaardigheid of betrokkenheid in twijfel trok? Ook dat zijn situaties waarin je specifieke artsentaak er voor even op zit en je terechtkomt op het terrein van coachen en dus suggestieve taal kunt gebruiken. En wat doe je als je patiënt dichtklapt, of de een of andere weerstand vertoont?

Op coachend gebied betekent suggestieve taal: vaag en veelomvattend, vrijheid en ruimte schenkend, mogelijkheden biedend. In rapport. En meestal is deze taal eenvoudig en vindingrijk.

=

Voorbeeld – Bij de arts | Mooie uitnodiging

‘Ik weet niet wat u vindt van de dingen die ik zojuist gezegd heb.
Kunt mij iets vertellen over wat u nu voelt en ervaart?’

=

Heldere medische taal en vage coachende taal, samen in één pakket

Het medische deel van je artsenopdracht vraagt om een houding en taal die uitstraalt: ‘Ik weet het.’ En het niet-medische deel van je taak als arts, het coachen, vraagt om een houding en taal die uitstraalt: ‘Ik weet het niet. Wat weet u?’

=

Probleemgerichte versus oplossingsgerichte hulpverlening

Je kunt ook zeggen dat je als arts een beroep hebt dat zowel probleemgerichte hulpverlening als oplossingsgerichte hulpverlening verzorgt.

Probleemgericht werk je door de vraag te stellen: ‘Welke fysieke kwestie speelt er in het lichaam van deze patiënt?’ Waarbij je ook de invloed van psychische factoren overweegt.

Oplossingsgericht werk je wanneer je de taak krijgt om de patiënt te laten begrijpen wat er aan de hand is met zijn of haar gezondheid. En wat de vervolgstappen zullen zijn. Om gerust te stellen. Om duidelijk te maken hoe medicijnen toegepast moeten worden en voor hoe lang. Om te bemoedigen. Je bent een belangrijke richtingwijzer voor de toekomst van de patiënt en toont hoe het verdere leven positief beïnvloed kan worden door allerlei aanwezige factoren. Je oplossingsgerichte taak is de patiënt daadwerkelijk te laten bewegen in de richting van het licht aan het eind van een tunnel.

Oplossingsgericht werken betekent ook dat jij de patiënt zélf goede mogelijkheden laat ontdekken die heel dicht bij diens eigen interpretatie liggen en passen bij diens opvattingen. Op die manier vindt de patiënt zelf kansen voor het veranderen en verbeteren van gezondheid en gedrag. Zo ook kan de patiënt opstaan en boven zichzelf uit rijzen… zich vroeg of laat verbazend over de eigen kracht, en het wonderlijke verschijnen van gezonde inzichten, veranderend gedrag en nieuwe initiatieven.

 

=
=

Cover voorkant BOEK 1 TKT site klein Deze tekst is afkomstig uit de taalkrachttraining: “Een mens beter laten worden dankzij suggestieve taal” van Tura Gerards. Wil je meer weten over deze training voor jezelf of je bedrijf, schrijf je dan in voor mijn nieuwsbrief en ontvang gratis hoofdstuk 1 en 2 (downloadbare pdf)

=
=

Zeg als arts nooit: “Het zit tussen de oren”

Een patiënt heeft al lange tijd last en pijn. En jij hebt als arts die patiënt onderzocht en met jou diverse specialisten. Van top tot teen. Met de allernieuwste apparatuur. Er is medisch niets te vinden wat de last en de pijn bij de patiënt veroorzaakt. Lees nu waarom je nooit tegen een patiënt mag zeggen “dat het tussen de oren zit”.

 

‘Het zit tussen de oren’: dat is voor de meeste mensen een grove belediging.
En dat is logisch want zij lijden onder hun last en pijn.
Ze beleven dat… ook al is alles op fysiologisch en neurologisch gebied in orde.

Kan dat?
Ja, dat kan.

 

Hoe kan iemand pijn voelen ’terwijl die er niet kan zijn’?
Daar zijn minimaal twee antwoorden op:

1 – Conditionering
Iemand kan pijn voelen ten gevolge van conditionering. Herinner je de hond van Pavlov met zijn hapjes en het klinkende belletje. Dat belletje is een onbeduidende extra prikkel die niets met eten te maken heeft maar dat wel kan worden. Zelfs bij een hond zit het tussen de oren (breinwerking) en het arme dier kan er niets aan doen. En zeg nou zelf: wie herkent een belletje als een prikkel die speeksel en maagsap kan produceren?

Voorbeeld bij de mens
Conditionering kan ten grondslag liggen aan het verschijnsel dat sommige mensen veel en vaak ziek zijn. Wanneer bijvoorbeeld iemand als kind pas bij ziekte echt aandacht van vader of moeder kreeg, dan wordt dat onopvallend in het brein geprogrammeerd. Dan kan het zomaar gebeuren dat die kinderen als volwassenen niet snappen waarom ze zo vaak ziek zijn wanneer het “binnen de sociale context” niet zo lekker loopt. En artsen ontdekken dat ook niet altijd.
=

2 – Suggestie
Wanneer iemand tegen zichzelf zegt “ik heb daar pijn”, dan wordt dat betreffende gebied op een of andere manier via aandacht fysiologisch geprikkeld. Dat kan allerlei vormen aannemen. Het kan zelfs leiden tot pijnbelevingen die louter en alleen gebaseerd zijn op door de patiënt gehanteerde gedachten en bijkomende associaties en gevoelens. Een ingebeelde pijn kan werkelijk pijn doen, net zoals je het heel even koud kunt krijgen als je je voorstelt dat jij naakt in een groot bad met ijswater stapt.

Volgens psychiater Milton Erickson (1901-1980) kan een specifieke pijn al verdwenen en opgelost zijn en de patiënt toch in dat gebied pijn blijven ervaren. Dat kan:
– omdat de voortdurende aandacht (herhaling!) die de patiënt aan dat pijnlijke gebied schenkt pijnprikkelend is geworden
– of omdat de patiënt voor het ontlasten van de oorspronkelijke pijn (die nu weg is) het lichaam op een of andere manier anders is gaan gebruiken waardoor een andere pijn is toegevoegd die niet onderscheiden wordt van de oorspronkelijke pijn.

 

Woorden en gedachten
In mijn praktijk verminder ik bij mensen pijn waarvoor de doktoren geen oorzaken kunnen vinden. Wanneer potentiële klanten horen dat ik dat met behulp van woorden en taal doe, dan kijken ze me aan alsof ik gek ben. Dan is mijn standaard antwoord: “Ik kan door middel van woorden jouw pijn niet alleen verminderen, ik kan met woorden jouw pijn ook veel en veel erger maken!” Gek genoeg geloven mensen dat laatste meteen. Dat weten ze, bewust of onbewust.

 

Ontdek de helende kracht van taal en van je houding
Zeg dus nooit uit jezelf tegen een patiënt: “Het zit tussen de oren”. Ook al heb je gelijk. Je vergroot de weerstand in je patiënt en dat is vrijwel altijd de verkeerde richting. En bedenk: het placebo-effect zit ook tussen de oren. En iedere wetenschapper weet hoe sterk het placebo-effect meewerkt in het positieve resultaat.

Als jij als arts een betere aanpak wenst voor ‘kwesties die tussen de oren zitten’, dan is het volgen van mijn taalkrachttraining absoluut een aanrader. Je breidt je vakkennis uit met suggestieve taaltechnieken en gesprekstactieken die je patiënt op het spoor brengen van heling, genezing en het behouden van de eigen gezondheid.

Wil je meer weten, voor jezelf of je bedrijf, of een kennismakingsgesprek, neem dan contact met me op via email.

 

 

 

Wat doe je met een patiënt die weerstand vertoont?

In elke ontmoeting met elk mens speelt ‘rapport’ een hoofdrol. Zonder rapport kun je als arts de overtuigingen en het gedrag van een patiënt niet in een goede, gezonde richting sturen. En zonder rapport is de kans groot dat weerstand in die ander de zaak zal verstoren.
=

Een van belangrijke manieren om gemakkelijk rapport te krijgen is de visie van de ander respecteren.
Psychiater Milton Erickson (1901-1980) stelde: ga mee met de weerstand van de patiënt.
Zelfs als jij als arts weet dat de patiënt het fout heeft, dan nog surf je op diens visie verder.
Uiteraard zal je jouw vaardigheden en kennis gebruiken om tot een eindresultaat
te komen dat voor jullie beiden goed is.
Maar het laatste wat je wil, is weerstand creëren.
=

Hieronder volgt een waargebeurd verhaal: een vrouw vertelt iets wat haar ongetwijfeld diep geraakt zal hebben.
=

Een vrouw heeft een miskraam gehad en vertelt aan een arts dat het kindje nog leefde.
Dat laatste was volgens die arts onmogelijk.

De medicus spreekt uiteraard vanuit diens ervaring en wetenschappelijke kennis;
de vrouw spreekt vanuit haar persoonlijke ervaring.
Hier wordt rapport opgeofferd aan kennis, waarheidsbevinding en misschien wel status.


Dat heeft minimaal twee gevolgen.

1 –
Stel dat de arts geen gelijk heeft, dan is er kans op een vertrouwensbreuk.
Wil deze vrouw nog wel zijn of haar patiënt zijn
?
Zij weet het immers beter dan de arts.

2 –
Stel dat de arts wel gelijk heeft, dan nog zal deze vrouw waarschijnlijk liever niet
zijn of haar patiënt zijn. Want zij voelt zich niet serieus genomen en meent nog
steeds het beter te weten dan de arts.
=

De vrouw in dit verhaal reageert echter onverwacht meesterlijk.
Onaangedaan haalt zij haar mobieltje tevoorschijn.

‘Ik heb het gefilmd’, zegt ze.

En de arts ziet in die beelden (inclusief close-up) hoe de vrouw
haar miskraam op keukenpapier legt en dat er
duidelijk kloppende bewegingen te zien zijn in de getoonde massa.
=
=

In elke ontmoeting speelt ‘rapport’ een hoofdrol. Met rapport kun je als arts de overtuigingen en het gedrag van een patiënt in een goede, gezonde richting sturen. En als je weinig tijd voor en met de patiënt hebt, zul je vindingrijk moeten zijn. En dat begint à la Milton Erickson als volgt:


‘Vecht nooit met welk gedrag dan ook
waarmee de patiënt je kantoor binnenkomt.
Wijs nooit gedrag af en spreek het nooit tegen.|
In plaats daarvan:

kijk ernaar, onderzoek het,
en vraag je af hoe je het zou kunnen gebruiken,
en bedenk dan
een specifieke wijze van aanpak.’
=
=

Boek 1 van de taalkrachttraining “Een mens beter laten worden dankzij suggestieve taal” bevat een hoofdstuk waarin acht belangrijke aspecten van goed rapport worden uitgelegd. Wil je meer weten over deze training voor jezelf of je bedrijf, schrijf je dan in voor mijn nieuwsbrief en ontvang gratis hoofdstuk 1 (downloadbare pdf)

De volledige taalkrachttraining wordt gegeven aan de hand van 3 boeken: 51 hoofdstukken met effectieve taalconstructies om de ander in een goede richting te laten denken en gaan. Met ruim 90 oefeningen en 540 voorbeelden.

=
=
=
=
=

Wat doe je als je van streek raakt door een patiënt?

Niet iedere patiënt is zo mak en volgzaam als een lammetje. Soms krijg je als arts te maken met mensen die zich ongemakkelijk voelen, die bang zijn, dichtklappen of een andere vorm van weerstand vertonen. En die iets doen of zeggen waardoor je van streek raakt. Wat kun je dan doen? En wat zeg je dan?
=

Het volgende is het begin van een waargebeurd verhaal uit een ziekenhuis en eindigt met een vraag:

Een vrouw ligt in een gynaecologenstoel voor een inwendige ingreep.
Het onderzoek wordt gedaan door een jonge, aantrekkelijke mannelijke gynaecoloog.
Om hem heen staat een team van arts-assistenten en verpleegkundigen.

De patiënt zegt op een gegeven moment iets wat de hele ploeg ongemakkelijk maakt.
Wat zij zegt, waarschijnlijk vanuit schaamte of ander psychisch ongemak, is het volgende:

Nou, je hebt nu wel een mooi uitzicht, hè! Je bent een echte gleuven-gluurder.’

Even valt er een onaangename stilte.
Dan redt een verpleegkundige de situatie enigszins met:
Nou, we hebben al vaker wat termen gehoord maar deze kenden we nog niet.’

Toch blijft de sfeer daarna wat wiebelig.
=

Wat had er nog beter gezegd kunnen worden? Ja, nog sterker: wat had de gynaecoloog kunnen zeggen om de macht over de situatie terug te krijgen?

Bedenk dat je als hulpverlener in de operatiezaal de leiding wilt hebben en behouden. En dat je dus voortdurend de richting wilt aangeven van de gesprekken en de handelingen en de sfeer. Door de seksueel getinte opmerking van de patiënt is zij ineens degene die de macht in handen heeft gekregen en de richting van het gesprek bepaalt. Hoe kan de gynaecoloog deze – ongetwijfeld bange en zich ongemakkelijk voelende vrouw – ‘ontwapenen’?
=

Of je nu arts bent of niet, je kunt je antwoord opsturen via CONTACT.
En dan zal ik reageren.

met vriendelijke groet,

Tura Gerards

Tura Gerards 2014-2